Waarom is het nu zo interessant om fantastische jeugdliteratuur te gebruiken als je aan leesbevordering wil doen?
Uit een onderzoek van Guldemond (2003), dat uitgevoerd werd in Hoogstraten en Tilburg, bleek dat leerlingen in het bso/tso een enorme verscheidenheid aan leesvoorkeuren tentoonspreiden. Alle genres hadden hun liefhebbers en hun haters.
Een groot deel van de jongeren die aan het onderzoek deelnamen, heeft het vooroordeel dat fictie saai en kinderachtig is. Fantastische jeugdliteratuur is bijna per definitie spannend. Daardoor kan het een erg goed middel zijn om jongeren hun beeld over boeken, en meer bepaald over fictie, bij te sturen.
Op fantastische jeugdliteratuur wordt door de literaire critici die het canon bepalen nog steeds neerbuigend neergekeken en bijgevolg is dit ook niet te vinden in de gemiddelde leeslijst waar veel leerkrachten nog mee werken. Dat fantastische boeken onterecht tot de triviaalliteratuur gerekend worden, bewijzen de grote hoeveelheid fantastische boeken die nu onder de klassiekers gerekend worden zoals Peter Pan, Alice in Wonderland, Gullivers reizen, 20.000 mijlen onder de zee enz.
Waarom is het nu zo belangrijk dat jongeren naast de typische genres uit leeslijsten zoals probleemromans, historische romans, verhalen over andere culturen enz. ook met fantastische jeugdliteratuur in aanraking komen?
‘Harry Potter’ en ‘In de ban van de ring’ zijn erg populair bij jongeren, maar deze jonge-ren beseffen vaak niet dat er nog meer boeken zoals deze zijn. Ze zijn m.a.w. niet op de hoogte van het bestaan van fantastische jeugdliteratuur. Terwijl een logische conclusie uit bovengenoemd onderzoek is dat vele jongeren zitten te wachten op boeken uit dit genre, maar er tijdens hun schoolse carrière nooit mee in aanraking zullen komen en bijgevolg ook niet snel erg van lezen gaan houden. Volgens mij is het niet opnemen van fantastische jeugdliteratuur in leeslijsten een gemis in de leescultuur van de jongeren. Waarom? Om verschillende redenen.
Het lezen van fantastische jeugdliteratuur prikkelt de verbeelding van jongeren. Het vraagt niet veel moeite om je een huis, auto of hond in te beelden, maar het is iets helemaal anders als je dit moet doen met een herberg, een elfenstad of een griffioen. In zijn studies ‘The Inner World of Daydreaming’ en ‘The Child’s World of Make Believe’ toont J.L. Singer aan dat het voorzien van veel mogelijkheden voor kinderen om hun fantasie de vrije loop te laten bij de beste manieren horen om te bewerkstelligen dat kinderen de nodige zelfregulerende vaardigheden opdoen die essentieel zijn om te slagen op school, zowel wat het verwerken van theorie betreft als in sociale contacten.
Het lezen van fantastische jeugdliteratuur verrijkt je persoonlijkheid. Het gaat namelijk vaak over waarden en normen en idealisme. De held wil het kwade verslaan, een vriend in nood ten alle koste terugvinden en redden, een totale vreemde in nood bijstaan en de wereld redden en is bereid daar veel voor te geven enz. Het gaat dus over vriendschap, liefde voor dieren en de natuur, zelfs over liefde voor het leven aangezien de held vaak moet vluchten en vechten voor zijn leven en hij of zij moet er vaak hachelijke situaties voor trotseren.
Ook omgaan met verschillende culturen komt in veel fantasyboeken voor. Doordat er vaak verschillende volkeren zoals mensen, dwergen en elfen samen moeten werken om het kwade te bestrijden. Een mooi voorbeeld hiervan vinden we in J.R.R. Tolkiens meesterwerk ‘In de ban van de ring’ waarin Gimli de dwerg en Legolas de elf, twee van oudsher met elkaar in onmin levende volkeren, met elkaar op queeste moeten en aanvankelijk vol vooroordelen zijn, maar op het einde van het boek onafscheidelijke vrienden geworden zijn.
- Citaat :
“Soms verheldert fantasie ook de werkelijkheid. Ze kan waarden en emoties als macht en haat, vriendschap en liefde, goed en kwaad als het ware tastbaar maken. Fantasie geeft aan de beschreven situaties en gevoelens ook een tijdloze dimensie.”
- Jan Van Coillie, doctor in de kinder- en jeugdliteratuur -
- Citaat :
“Een boek moet een kind blijven aanzetten om het goede te doen. Avonturenromans kunnen een onbetwistbare opvoedende waarde hebben. Kinderen verlangen naar een ideale held. De Rode Ridder is een held vol idealen,die geef ik hen.”
- Leopold Vermeiren, schrijver van De Rode Ridder -
Het zijn erg spannende en vlot lezende boeken die jongeren plezier kunnen doen krijgen in lezen als leuke en ontspannende bezigheid.
Door de vaak complexe verhaallijnen en de mysterieuze gebeurtenissen leert het jongeren anticiperen of vooruitdenken en probleemoplossend denken. “Wat is er allemaal aan de hand?” is een vraag die bij menig fantasylezer naar boven komt tijdens het lezen. In de boeken over de tovenaarsleerling Harry Potter vinden we in elk boek verschillende mysteries terug, maar een vraag waar lezers in elk van de boeken mee geconfronteerd worden, is die van vertrouwen. Het wordt telkens duidelijk dat er iemand Harry Potter tegenwerkt en hem zelfs het liefst zou zien verdwijnen. Het enige probleem is dat de tovenaarsschool waar hij les volgt enorm goed beveiligd is en dat eigenlijk alle personen daar leerkrachten van hem zijn, waar hij in principe een vertrouwensband mee heeft. J.K. Rowling werkt dit gegeven telkens op een sublieme wijze uit, zodat de lezer telkens weer op het verkeerde been gezet wordt en zich net als Harry begint af te vragen wie nu te vertrouwen is en wie niet. De lezer moet zijn eigen creativiteit ten volle benutten wil hij – voordat het door de schrijfster wordt vrijgegeven – door hebben wie nu de bedrieger is.
Critici zouden op dit element kritiek kunnen hebben met als argument dat het jongeren hun vertrouwen in vertrouwenspersonen wegneemt. Maar ook dit weet J.K. Rowling te vermijden door de acties van de uiteindelijke bedrieger goed te verantwoorden en te motiveren. De lezer krijgt uiteindelijk begrip voor de bedrieger en het vertrouwen in de andere personages wordt ook weer hersteld.
Een onderzoek (Flynn, 2007) wees dit jaar uit dat de intelligentie van jongeren vandaag hoger is dan die van hun ouders op dezelfde leeftijd. Als één van de oorzaken hiervoor geeft het de recente opmars van tv-reeksen zoals ‘24’, ‘Lost’ en ‘Heroes die – in tegenstelling tot bijvoorbeeld ‘I love Lucy’ uit de jaren 70 – tientallen karakters en een dozijn plots en subplots bevatten. Een serieuze intellectuele uitdaging die blijkbaar werkt. Toevallig vinden we deze elementen ook terug in het gemiddelde fantastische jeugdboek.
In de boeken van Philip Pullman uit de serie ‘Het gouden kompas’ bijvoorbeeld. Vooral naarmate de serie vordert wordt het complexer. In het begin speelt het verhaal zich af op één wereld en draait het voornamelijk om Lyra, het hoofdpersonage, en haar avontuur, maar in het tweede en derde boek komen er meerdere personages bij die ook aparte verhaallijnen krijgen. Zo is er de verhaallijn van Will en Lyra, maar ook die van Lord Asriel die op zoek is naar de bron van ‘Stof’ en die van Dr Mary Malone die op een andere manier op zoek is naar de bron van ‘Stof’ en dan zijn er nog verscheidene kleinere verhaallijnen. In deze boeken reizen de personages door verschillende alternatieve werelden, zodat de lezer niet enkel moet wisselen van personage maar zich ook nog eens moet aanpassen aan de andere ruimte waar dat personage zich bevindt. Een andere vorm van complexiteit is vaak de wisselwerking tussen onze wereld en de alternatieve fantasywereld.
In ‘Hart van inkt’ en ‘Web van inkt’ van Cornelia Funke gaat het over een man in onze wereld die door het lezen van verhalen de personages tot leven kan wekken. In de boe-ken wordt er dus regelmatig van het boek naar de werkelijkheid gegaan. Dit op zich vraagt al de nodige concentratie om te blijven volgen, maar wanneer op een gegeven moment de personages tot leven komen, beginnen de verhaallijnen uit het boek en de realiteit door elkaar te lopen wat de nodige inspanning vraagt van de lezer. Ook in ‘Het oneindige verhaal’ van Michael Ende vinden we een overeenkomstige verhaalopbouw. Al deze elementen – die in realistische boeken weinig voorkomen – bieden de lezer een ex-tra intellectuele uitdaging.
- Citaat :
“Door middel van die fantasiewereld ben ik een stapje van de werkelijkheid af gaan staan, omdat ik daardoor de werkelijkheid juist extra sterk naar voren kan laten komen, zoals het feit dat menselijke problemen eeuwig dezelfde zijn.”
– Corrie Hafkamp, jeugdauteur –